06 augustus 2015

Ons voedsel (5a): waarom is bestuiving van belang?

Bestuiving, je staat er niet bij stil, want het gebeurt gewoon. Maar toch, hoe zit dat eigenlijk met bestuiving? Hoeveel van ons voedsel is eigenlijk afhankelijk van bestuiving?
Ons voedsel is op te delen in dierlijke en plantaardige producten. Dierlijke producten zijn bijvoorbeeld zuivelproducten, vis en vlees. Plantaardige producten zijn onder andere knolgewassen, granen, (blad)groenten, noten, fruit, en vruchten etc. En veel van die plantaardige gewassen geven alleen maar vruchten als er bestuiving heeft plaatsgevonden.

Typen bestuiving

Een deel van de plantaardige voedselproducten kan alleen maar groeien als er bestuiving heeft plaatsgevonden. Dit kan op 2 manieren plaatsvinden:
- via windbestuiving. Planten die hiervan afhankelijk zijn produceren veel licht stuifmeel. Dit wordt door de wind naar de stempel van een ander gewas gebracht. Voorbeelden van windbestuivers zijn granen.
- via dierlijke bestuiving. Planten die dierlijke bestuiving gebruiken, produceren stuifmeel dat goed aan de langskomende dieren blijft hangen. Doordat de dieren van bloem naar bloem vliegen wordt het stuifmeel overgebracht. Voorbeelden van gewassen die afhankelijk zijn van dierlijke bestuiving zijn fruitgewassen en vruchten.

Wie zijn deze dierlijke bestuivers?

De meest bekende dierlijke bestuivers is de bij die door de imker wordt gehouden en die honing maakt. Minder bekend is dat er ook allerlei wilde bijen soorten zijn die in groepen maar soms ook solitair leven. Andere bestuivers zijn bijvoorbeeld hommels, kevers, motten, zweefvliegen, maar ook dieren zoals vleermuizen, en vogels (de kolibrie).

Afhankelijkheid van bestuiving

In deze studie uit 2007 is aangegeven dat een substantieel deel van voedsel afhankelijk is van dierlijke bestuiving: 35% is afhankelijk van dierlijke bestuiving, 60% is niet afhankelijk en de laatste 5 % is onduidelijk. Deze 35% van de gewassen beslaan echter wel 87 van de belangrijkste 115 voedselgewassen.
Een latere studie uit 2011, heeft laten zien dat voornamelijk ons basis voedsel via windbestuiving wordt bestoven (zoals cassava, mais, rijst, graan etc). Veel ander voedsel dat we nodig hebben voor een gezond en uitgebalanceerd diet, is echter wel afhankelijk van dierlijke bestuiving. Zo zijn de planten die vitamine C produceren voor 90% afhankelijk van dierlijke bestuiving.

Nu kunnen planten die van dierlijke bestuiving afhankelijk zijn ook worden bestoven door de wind, doordat het stuifmeel echter anders is, is dit minder effectief, en levert dit dus ook minder goede vruchten op. Onderstaande foto laat zien dat dierlijke bestuiving voor aardbeienplanten de beste manier is van bestuiving om een goede aardbei te krijgen: de linker foto toont een vrucht gevormd door dierlijke bestuiving, de middelste is ontstaan door zelfbestuiving en de rechter door zelf- en windbestuiving. Het verschil is overduidelijk.

Een aardbei gegroeid na verschillende soorten bestuiving
Bron: http://www.berkeley.edu/news/media/releases/2006/10/25_pollinator.shtml

Afhankelijkheid van gewassen

Gewassen zijn niet alleen afhankelijk van de bestuivers, de bestuivers zijn ook afhankelijk van de gewassen, ze hebben de nectar nodig om te leven. En hier wordt weer honing uit gemaakt. Elk gewas levert een ander type nectar op en daarmee honing van verschillende smaak, kleur, textuur etc.: gewone honing, klaverhoning, lindehoning etc. Zoals een gevarieerd dieet goed is voor mensen, is dit ook voor bijen het geval. Doordat landbouwgebieden monoculturen zijn geworden is het dieet van bijen echter ook minder divers en minder overvloedig geworden. In het boek Food and the city wordt hier in hoofdstuk 5 een verhelderd voorbeeld over gegeven. Terwijl de bijen op het platteland moeite hadden om honing te vinden, waren bijenkorven, geplaatst in hartje Parijs in no-time vol met honing. Deze stadshoning bevat honderden verschillende soorten pollen, terwijl plattelandshoning iets van 10 soorten pollen bevat. Maar dit gebeurt niet alleen in Parijs, maar ook bijvoorbeeld in Londen en Vancouver. Waarom? Omdat er in de buurt van de bijenkorven meer dan genoeg bomen staan en parken zijn met een zeer diverse vegetatie, waardoor de honing ook zoveel typen pollen bevat. Op het platteland is deze gevarieerde vegetatie echter bijna niet meer aanwezig.
Deze "ontdekking" van het succes van bijenkorven in de stad heeft een enorme boost gegeven aan stadsimkeren.

Leggen de bestuivers het loodje?

De laatste 30 jaar staan de insectenpopulaties op het platteland onder druk. Zowel in Europa als Noord Amerika is deze afname van de bijenpopulatie een trend die al langer gaande is (bron).

Ontwikkeling van de bijenpopulaties wereldwijd
Bron: http://ageconsearch.umn.edu/bitstream/95903/2/bauer%20-%20current.pdf

Waar deze daling in Europa beperkt is gebleven tot ongeveer 25% sinds de jaren 80, is deze in de Verenigde Staten nog sterker gedaald, sinds de jaren 50 is de populatie ruim gehalveerd, sinds de jaren 80 is de populatie gedaald met ongeveer 40%.

Wereldwijd aantal honingproducerende bijenkolonien
Bron: http://guardianlv.com/wp-content/uploads/2013/10/Number-of-hony-producing-bee-colonies-450x270.jpg

De oorzaak van de zogenoemde CCD (Colony Collapse Disorder) was lange tijd onduidelijk. Recent onderzoek (maart 2015) gepubliceerd in het magazine Science heeft laten zien dat deze sterfte veroorzaakt wordt door een pallet aan oorzaken.
Door het pesticiden (vooral ook de nieuwe generatie middelen: de neonicotinoiden) gebruik verzwakken de bijenvolken. Verder is de biodiversiteit van de landbouwgebieden enorm afgenomen door de schaalvergroting van de landbouw. Het dieet van de bijen is, zoals hierboven al was aangegeven (minder pollen in de plattelandshoning), daardoor enorm verschraald. Door de combinatie van deze 2 factoren hebben de bijen een minder goed afweersysteem. Mede hierdoor zijn ze vatbaar gebleken voor de varroamijt, een mijt die in de jaren 80 overkwam uit Azië naar Europa en Amerika.
Daarnaast spelen mogelijk ook factoren een rol zoals het regelmatig verplaatsen van bijenvolken. Hierdoor moeten bijen eerst veel energie steken in het opnieuw verkennen van een gebied, voordat ze nectar kunnen gaan verzamelen, wat een toename van de stress binnen het bijenvolk en een verdere verzwakking hiervan tot gevolg heeft, doordat ze (tijdelijk) interen op hun honingvoorraad.

Kort gelden werd mij uitgelegd wat de uitdrukking "het land van melk en honing" eigenlijk uitdrukt. Hierin wordt uitgedrukt dat het ecosysteem gezond is: een weidegebied wat veel melk geeft, heeft veel koeien; koeien zijn de gedomesticeerde grazers die kieskeuriger zijn in hun voedselvoorkeur (alleen bladeren) dan schapen en geiten (geiten kunnen zelfs houtig materiaal eten) en dus kenmerkend zijn voor een gezond divers ecosysteem. Als er daarnaast ook nog veel honing wordt geproduceerd, duidt dit op veel bloeiende planten en bomen. Samen laten ze zien dat het ecosysteem gezond en vitaal is.

Bestuiving is dus van groot belang voor ons voedsel. De bestuivers staan echter onder druk. Nu de oorzaken van de bijensterfte steeds helderder worden, is het mogelijk om ook onze dierlijke bestuivers beter te beschermen, Want zoals eerder aangegeven, zonder dierlijke bestuivers gaan we waarschijnlijk niet direct dood vanwege voedselgebrek, maar ons dieet zal zonder dierlijke bestuivers wel enorm verschralen. En dit zal een enorm effect hebben op onze gezondheid. Bescherming van onze dierlijke bestuivers is dus van wezenlijk belang.

Geen opmerkingen: